Gogol

Nikolaj Vasiljevitsj Gogol (1809 – 1852) was de eerste grote Russische prozaïst van de 19e eeuw van Oekraïense oorsprong.

Gogol, Russische schrijver
Gogol

Gogol kwam uit het gebied dat voorheen Klein-Rusland werd genoemd, het huidige Oekraïne. Zijn ouders bewoonden een klein landgoed in het gouverne- ment Poltava. Hij volgde het gymnasium in Nezjin. In 1828 ging hij naar Sint-Petersburg om een baan te zoeken bij de overheid. Het jaar daarop publiceerde hij zijn eerste gedicht.

Van 1834 tot 1835 was hij hoogleraar middeleeuwse ge- schiedenis aan de Universiteit van Sint-Petersburg. Dat was geen succes en hij nam zelf ontslag. Gogol gebruikte de ervaring in een satirisch verhaal. In 1835 legde hij zich volledig toe op het schrijven. Zijn verdere leven zwierf hij rond door Europa. Hij woonde in Parijs en op diverse plaatsen in Rome en hij had last van verschillende kwalen, zoals depressie. Uiteindelijk overleed hij in Moskou in 1852.

Gogol was een belangrijk exponent van het Russisch realisme. Thema’s die vaak terugkeren in zijn werk zijn de duivel en de tegenstelling tussen schijn en werkelijkheid. Ook schreef hij veel over Sint-Petersburg. Rond 1836 kwam zijn toneelstuk De Revisor uit. Een ander toneelstuk van hem is Huwelijk.

Daarnaast schreef hij ook verhalen zoals De neus en Dagboek van een gek, beide uit 1835. Later werden deze verhalen gebundeld in Petersburgse vertellingen. Een beroemde novelle van Gogol in deze bundel is De mantel. Over deze novelle schreef Vladimir Nabokov: “Met zijn onsterfelijke verhaal De mantel, werd Nikolaj Gogol de grootste kunstenaar die Rusland ooit heeft voortgebracht.”

Een waar meesterwerk van Gogol is de roman Dode zielen uit 1842. De bedoeling was om een trilogie te schrijven, maar alleen deel 1 is geheel overgebleven; Gogol verbrandde het deel van zijn werk waar hij ontevreden over was, zodat van deel 2 slechts enkele fragmenten bewaard zijn. Achteraf had hij spijt van deze vernietiging. Dode zielen gaat over de landheer Tsjitsjikov, die langs landheren gaat om hun zogenaamde ‘dode zielen’ (lijfeigenen (‘zielen’) bleven ook na hun dood op de zogenaamde revisielijsten staan) op te kopen. Levendig worden de ontmoetingen met deze zeer uiteenlopende personages beschreven.